-
1 tippelen
2 [met betrekking tot de prostitutie] be on/walk the streets, solicit♦voorbeelden:het tippelen • streetwalking, soliciting -
2 aanlopen
2 [in zijn loop gestuit worden] 〈 rem〉 rub, drag3 [genoemde kleur krijgen] turn … (in the face)♦voorbeelden:die kat is komen aanlopen • that cat has strayed (in) herezo is hij tegen zijn vrouw aangelopen • that's how he met his wifeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [binnenlopen en afmeren] call/dock at♦voorbeelden: -
3 hinderlaag
♦voorbeelden:in een hinderlaag vallen • walk into an ambushin (een) hinderlaag liggen, zich in hinderlaag leggen • lie in wait -
4 erin tippelen
erin tippelen -
5 fuik
-
6 in de fuik lopen
in de fuik lopenwalk into a/the trapVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in de fuik lopen
-
7 in een hinderlaag vallen
in een hinderlaag vallenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een hinderlaag vallen
-
8 tegen iets aanlopen
tegen iets aanlopenwalk into something; 〈 figuurlijk〉 chance/stumble on somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tegen iets aanlopen
-
9 oplopen
1 [naar boven lopen] go/run/walk up3 [op weg gaan] walk on/along5 [botsen op] bump/run into♦voorbeelden:1 de trap oplopen • run/go/walk up the stairstegen de dijk oplopen • run up the dikeeen rekening laten oplopen • run up a bill/an accountal die kleine bedragen bij elkaar, dat loopt flink op • all those small sums put together, it mounts uphet kan oplopen tot ettelijke miljoenen • it may run/amount to several millions3 de straat oplopen • walk/come into the streetsamen (een eindje) oplopen • walk some/part of the way together4 de straat loopt op • the street rises/climbs5 tegen iemand oplopen • bump/run into into someonetegen een mooi huis/goede baan oplopen 〈 figuurlijk〉 • run into a nice house/good jobII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opdoen] catch, get2 [scheepvaart] [inhalen] overtake♦voorbeelden:schade/een verlies oplopen • sustain/suffer/receive damage/a losseen verkoudheid oplopen • catch a cold -
10 inlopen
2 [invaren] put/run/sail into3 [inhalen] catch up4 [met vaart en kracht afkomen (op)] run/head into♦voorbeelden:bij iemand inlopen • drop in on someoneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [schoenen/kleding gemakkelijker doen zitten] wear in2 [vuil in huis brengen] track in3 [door lopen breken] kick in4 [inhalen] make up♦voorbeelden:3 een deur/ruit inlopen • kick down/in a door, knock in a window -
11 doorlopen
doorlopen1 [lopen door iets] walk/go/pass through2 [verder lopen] keep (on) walking/going/moving ⇒ continue walking/moving/to walk/to move, walk/go/move on3 [met betrekking tot kleuren] run5 [sneller lopen] hurry up♦voorbeelden:1 hij liep tussen de struiken door • he walked/went through the bushes2 doorlopen met een ziekte • keep going/on one's feet despite being illdoorlopen a.u.b.! • move along now, please!————————doorlopen1 [doorkruisen] walk/go/pass through3 [vluchtig lezen] run/glance through♦voorbeelden:2 alle stadia doorlopen • pass through/complete every stage3 zijn aantekeningen nog even doorlopen • run/glance briefly through one's notes again -
12 omlopen
1 [om iets heen lopen, rondlopen] walk/go round2 [circuleren] go round3 [om iets heen gaan] run/go round4 [kring doorlopen] go/move round5 [verstrijken] pass (by/off)♦voorbeelden:1 een eindje omlopen • walk round the block/go for a little walkik loop wel even om • I'll go round the backII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omverlopen] (run into and) knock over -
13 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
14 inzetten
3 [in actie laten komen] bring into action♦voorbeelden:de achtervolging inzetten • set off in pursuiter de pas inzetten • walk at a brisk pace3 troepen inzetten • bring troops into action, deploy troops2 [met betrekking tot een veiling] start♦voorbeelden:zijn geld inzetten op (rood) • stake/put one's money on (red)2 de veilingmeester zette in op vijftig gulden • the auctioneer started the bidding at fifty guilderste hoog/te laag inzetten • start too low/high1 [beginnen] set in♦voorbeelden:IV 〈wederkerend werkwoord; zich inzetten〉1 [zijn best doen] do one's best♦voorbeelden: -
15 wind
2 [scheet] wind♦voorbeelden:bestand zijn tegen weer en wind • be wind and weatherproofgeen zuchtje wind • not a breath of wind, dead calmeen bijtende/veranderlijke wind • a biting/gusty windeen felle wind • a fierce windeen harde/krachtige wind • a high/powerful windzwakke/matige wind • light/moderate breezede wind draaide naar het oosten • the wind veered round to the eastde wind draait • the wind is changing/turningde wind gaat liggen • the wind is droppingde wind van voren krijgen • 〈 figuurlijk〉 get lectured at, have the book thrown at onede wind kwam van zee • the wind was blowing onshoremaak niet zo'n wind met die deur • don't make such a draught with that dooriemand de wind uit de zeilen nemen • 〈 figuurlijk〉 steal a march on someone, take the wind out of someone's sailser staat niet veel wind • there's not much (of a) windkijken uit welke hoek de wind waait • see which way the wind blows, play it by earde wind zat in de goede hoek • the wind was from the right quarterwind achter/tegen • tail/head windmet de wind mee • with the windwind tegen hebben • walk/sail against the wind, have a head wind; 〈 figuurlijk〉 sail against the wind/currentmet alle winden (mee)waaien/draaien • trim one's sails (according) to the wind, swim with the tidetegen de wind in • against the wind, into the teeth of the windvan de wind kan je niet leven • you can't live on air/nothing〈 figuurlijk〉 het gaat hem voor de wind • he's doing well/flying higher als de wind vandoor gaan • be off like a shot/(greased) lightning -
16 binnenlopen
-
17 de straat oplopen
de straat oplopenwalk/come into the streetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de straat oplopen
-
18 doodlopen
1 [niet verder gaan] come to an end/a dead end ⇒ peter out♦voorbeelden:een doodlopende straat • a dead enddoodlopende weg • no through roadII 〈wederkerend werkwoord; zich doodlopen〉1 [zeer hard/lang lopen] walk oneself into the ground -
19 doorgaan
1 [verder gaan] go/walk on ⇒ continue2 [voortgaan met een handeling] continue (-ing, with) ⇒ go/carry on (-ing, with), persist (in/with), proceed (with)4 [door een ruimte/opening gaan] go/pass through ⇒ pass6 [ingaan op] go into♦voorbeelden:dat gaat in één moeite door • we can do that as well while we're about itiets laten doorgaan • allow something to take placeiets niet laten doorgaan • cancel somethingniet doorgaan • be off7 willen doorgaan voor iets/iemand • try to pass oneself off as something/someonezij gaat voor erg rijk door • she is said to be very richII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [zich bewegen door] go/pass through -
20 erin lopen
erin lopen〈 figuurlijk〉 walk right into it, fall for it
- 1
- 2
См. также в других словарях:
walk into — phrasal verb [transitive] Word forms walk into : present tense I/you/we/they walk into he/she/it walks into present participle walking into past tense walked into past participle walked into 1) walk into something to accidentally hit a part of… … English dictionary
walk into — phrasal 1. a. : attack b. : to reprimand harshly : criticize severely 2. a. : to eat or drink greedily walked right … Useful english dictionary
walk into — 1) PHRASAL VERB If you walk into an unpleasant situation, you become involved in it without expecting to, especially because you have been careless. [V P n] He s walking into a situation that he absolutely can t control. 2) PHRASAL VERB If you… … English dictionary
walk into — verb a) To collide with. Mind you dont walk into that wall. b) To fall into (a trap). Watch where youre going. You nearly walked into that man … Wiktionary
walk into — phr verb Walk into is used with these nouns as the object: ↑ambush, ↑room, ↑trap … Collocations dictionary
Walk into Light — LP de Ian Anderson Publicación 1983 Género(s) Rock progresivo Duración 38:29 Discográfica … Wikipedia Español
Walk into Light — Альбом Йэн Андерсона Дата выпуска 1983 Жанр Электронный рок, прогрессивный рок Продюсер Йэн Андерсона Лейблы … Википедия
walk into somebody — ˌwalk ˈinto sth/sb derived to crash into sth/sb while you are walking, for example because you do not see them • I was in a hurry and almost walked into the glass door. Main entry: ↑walkderived … Useful english dictionary
Walk into the Sun — Infobox Single Name = Walk Into the Sun Artist = Dirty Vegas from Album = One B side = State of Mind Released = 11 October 2004 Format = 12 , CD, Maxi CD Recorded = 2003 2004 Genre = House music Length = 5:20 (album version) Label = Parlophone… … Wikipedia
Walk into Light — Infobox Album Name = Walk Into Light Type = Album Artist = Ian Anderson Released = November 18 1983 UK Recorded = ?? Genre = Rock Length = 38:29 Label = Chrysalis Producer = Ian Anderson Reviews = * Allmusic Rating|3|5… … Wikipedia
walk into sth — UK US walk into sth Phrasal Verb with walk({{}}/wɔːk/ verb [I or T] ► WORKPLACE to get a job very easily: »She walked straight into a well paid city job after leaving university … Financial and business terms